
Ik had een nieuw woord bedacht voor mezelf, maar het blijkt al te bestaan: de flexanist. Dat is een veganist die af en toe dierlijke producten nuttigt. En dat is wat ik doe. Ik eet overwegend veganistisch, dat wil zeggen dat minstens 80% van mijn voeding plant-based is. Maar ik doe (theoretisch) een moord voor kaas, mijn guilty pleasure. Sorry. Dineer ik bij iemand thuis dan eet ik met liefde wat de pot schaft, ook als dat vlees of vis is. En bij een frietje hoort voor mij een flinke dot mayo (die er tegenwoordig overigens ook in heerlijke vegan varianten is).
De 80-20 regel kun je op alles toepassen in het leven. 80% van de tijd pak ik de fiets, 20% de auto. Ik ben voor 80% sociaal en voor 20% asociaal. Ik geniet voor 80% van het leven, voor 20% denk ik: f*ck off met de hele zooi. En ga zo maar door.
In een maatschappij waarin het alleen maar gaat over je best doen, er goed uit zien en veel geld verdienen denk ik dat we deze 80-20 regel wat meer zouden mogen toepassen. Ook alles waar we niet goed in zijn, waar we steekjes laten vallen, waar we er even geen zin in hebben mogen we omarmen. Altijd maar op het scherp van de snede moeten staan maakt ons ziek, want daarvoor zijn we niet gemaakt.
En op wereldnivo: eten we 20% dierlijke producten, dan hebben we geen bio-industrie meer nodig (= blije dieren). Gebruiken we 80% minder plastic, dan richten we geen onherstelbare schade aan in het milieu. Laten we 80% van de natuur intact, dan is er geen CO2 probleem etc etc.
Denk de komende week af en toe aan de 80-20 regel. Namens je lijf en de wereld: dank je wel 🙏🏻💜